Fabian España
Het ruwe Patagonië
>
Fabian España is een jonge Chileense fotograaf die zich erop heeft toegelegd de geschiedenis Patagonië vast te leggen. Eerst via intuïtieve foto’s van zijn eigen familie. Recentelijk door zwartwit portretten van de veehouders op hun barre tochten door het koude zuiden van Chili. Hij fotografeerde ook de Aymara-indianen in het noorden en een stel in de hoofdstad. Ik sprak hem in Centro Cultural Gabriela Mistral in het centrum van Santiago de Chile.
Fabian España komt uit Cochrane, een plaatsje in Patagonië in het uiterste zuiden van Chili.
Op zijn vijftiende gaf een familievriend España een camera cadeau en bracht hem de beginselen van de fotografie bij, zoals diafragma en sluitertijd. “De techniek is niet zo moeilijk, maar het vertellen van goede verhalen vereist meer vaardigheid,” legt Fabian uit. Hij maakte journalistieke foto’s voor El Mercurio, de nationale krant van Chili, maar na een tijdje vond hij dit werk niet zo interessant meer. Op zijn 18e bood de burgemeester van Coyhaique hem een baan aan als lokale fotogaaf. Daar werkte hij twee jaar. Maar España had behoefte aan verdieping en ging fotografie studeren in Santiago. “Daar leerde ik de geschiedenis van de fotografie kennen. Ik zag het werk van Cartier-Bresson en Robert Frank, en de Chileense fotografen Sergio Larraín en Tomás Munita.”
Na zijn studie maakte hij zijn eerste reportage over de Aymara-indianen [slordig: hier met hoofdletter, boven niet] genaamd Teleurstellingen waarover hij drie jaar deed. “Ik zocht eerst informatie over de locatie en zocht daarna een familie bij wie ik bleef wonen. Pas als ik het vertrouwen had gewonnen begon ik met fotograferen want ik hou er niet van om foto’s te stelen. Als iemand niet akkoord ga doe ik mijn camera naar beneden en begin een gesprek. Het is een kwestie van respect. De verhalen die ik hoorde schreef ik niet op maar gebruikte ik als inspiratie om foto’s te maken.”
Fabian España heeft een intuïtieve manier van werken. Zijn foto’s laten flarden van verhalen zien, zonder vastomlijnd kader of structuur. “Ik permitteer me spontaniteit in mijn werk. Als ik zin heb om te tekenen, dan teken ik. Heb ik zin om iets op te schrijven, doe ik dan. En als ik foto’s wil maken, ga ik fotograferen. Ik probeer de rationaliteit niet te laten overheersen in mijn werk want anders eindig ik moe en gedeprimeerd. De ratio maakt je gestructureerd maar het maakt ook dat je in clichés vervalt.”
Na de serie over de Ayamara’s deed España het project De ballade van José en Valeria, over een echtpaar in een leegstaand huis in Santiago. “Het was een project dat ik in mijn studietijd begon. Het werd een uiterst belangrijk project voor mij. Het was een echtpaar met veel psychologische en sociale problemen en ik raakte er persoonlijk bij betrokken. Ik kon me met hen identificeren omdat zij arm waren en ik als kind ook in armoede heb geleefd. Op dit moment, nu ik het vertel, raakt het me nog steeds. Nadat ik mijn serie had beëindigd is José vermoord. Valeria woont met haar dochter aan de andere kant van Santiago. Ik heb me bij het maken van deze foto’s teveel als hulpverlener opgesteld. Ik kon me er niet meer van losmaken. Ik kwam later de fotograaf Mark Powell tegen die tegen mij zei dat je als fotograaf een observator van de werkelijkheid moet zijn en dat je het niet jouw werkelijkheid moet maken. Dat heeft me goed geholpen. Ik heb nu geleerd dat je niet een jaar met iemand hoeft door te brengen om zijn verhaal te vertellen. De fotografie en de kunst in het algemeen maken dat je de werkelijkheid op een andere manier gaat zien. Als je dit bereikt kun je een andere houding ten opzichte van het leven aannemen. Zoals Beethoven zei, is kunst de redder van de maatschappij.”
Bij zijn terugkeer naar het zuiden had hij diepgaande gesprekken met zijn moeder. “Mijn moeder was alleenstaand en verdiende de kost voor het gezin. Zij was daarom altijd weg, van ‘s ochtends zeven tot ‘s avonds zeven. Zij moest zorgen dat wij kinderen te eten kregen zodat er weinig tijd en ruimte overbleef voor het emotionele aspect. Ik had veel vrijheid en nam als kind al mijn eigen beslissingen. Nu merk ik dat ik daardoor geleerd heb volledig op mijn intuïtie te vertrouwen en te doen wat mij het beste lijkt zonder teveel na te denken.”
Door de gesprekken met zijn moeder werd zijn verbintenis met Patagonië sterker.
“Dit gedeelte van Chili werd pas gekoloniseerd in het begin van de 20e eeuw. Mijn grootvader, afkomstig uit Argentinië, was een van de kolonisatoren. De migranten kwamen per paard. Van het ene naar het andere dorp reizen kostte drie maanden. In die tijd was het gebied nog kouder dan nu; het sneeuwde er vaak. De bevolking leeft er nog steeds voornamelijk van de landbouw. Toen mijn opa in 2014 overleed, besloot ik in de regio van Cochrane alle mensen ouder dan 60 jaar te interviewen en te fotograferen. Ik ging naar hun kampementen waar vrijwel geen buitenstaander komt. Zo begon ik met het documenteren van mijn eigen familie. Later heb ik dat uitgebreid met verhalen van andere families. Al mijn werk centreert zich rondom de familie. Ik heb me altijd geïnteresseerd voor verhalen van families. Het geeft me de mogelijkheid me in de psychologische levenssfeer van de personages te duiken. Ik deed dit ook al bij mijn andere projecten. Het is een bewuste keuze. Ik kan door contact te leggen met een paar personen de familiegeschiedenis beschrijven, net zoals dat gebeurt in de film.”
Het mondde uit in het fotoproject Kolonisten over de veehouders in Patagonië die hun dieren over de bergen brengen naar de weilanden in de valleien. “Ik leefde met hen en ik paste me aan hun routine en leven aan. Hun leven is zeer zwaar. Het kostte mij veel energie om met hen te reizen. Nog steeds reizen ze soms zes uur per paard om ergens te komen. Ze slapen in hutjes zonder enig comfort. Ik had een analoge Rollei 6x6 bij me, omdat er geen mogelijkheid is om batterijen op te laden en ook omdat ik het analoge proces veel mooier vind. Ik wil niet steeds op de display kijken wat ik gedaan heb. Ik gebruik daarbij alleen de 80 mm lens. In het totaal worden 60 portretten in Coyhaique en Cochrane op straat opgehangen, en later in Santiago. Daarna wordt er een boek van gemaakt. Daarvoor ga ik nog naar Argentinië om de cultuur van de gaucho’s vast te leggen. Ik ga het hele gebied van Magallanes en Punta Arenas doorkruisen. Ik vind dat je als fotograaf naar je eigen wortels moet terugkeren.”
In de fotografie van Fabian España lijkt een soort van Zuid-Amerikaans surrealisme te zitten die ook terug te vinden is in de boeken van Gabriel García Márquez en Isabel Allende. “Ik lees niet veel literatuur, maar wel over geschiedenis. Ik weet niet of mijn werk surrealisme bevat. Het is voor mij realisme met mijn gezichtspunt en mijn visie. Het is een connectie met het moment. Als ik bijvoorbeeld was aan de waslijn zie en de wind gaat er doorheen, dan vind ik dat bijzonder. Ik probeer niet te veel verklaringen te zoeken. Er zit veel van mezelf in mijn fotografie. Soms zijn mijn foto’s onscherp en dat maakt mij niet uit. Het is allemaal een expressie van mezelf, waarbij ik wel uitga van het verhaal dat ik vertel. Ik maak boeken en probeer daarin een verbinding te maken tussen mij en de geschiedenis. Ik wil een verhaal vertellen zoals in een roman of in een film.”
Zijn projecten financiert España deels met subsidies van bijvoorbeeld Fondo de Cultura y las Artes (Cultuurfonds voor de Kunsten). “Wat ik mooi vind is dat door de aanvraag op papier te zetten jouw idee gaat landen. Alle grote kunstenaars die hun ideeën hebben gerealiseerd, hebben het eerst goed beschreven. Op papier neemt het idee een vorm aan waarmee je verder kunt.” Hij publiceert zijn werk nauwelijks in tijdschriften of kranten. “Ik heb geen zin om te werken voor de media. Ik moest op een bepaald moment beslissen of ik verder ging met werken voor de krant of dat ik me geheel ging toeleggen op mijn eigen projecten.”
Wel publiceert Fabian España zijn werk in de vorm van boeken. “Hier kost het tussen de zes- en tienduizend euro om een boek met een oplage van 500 te laten drukken. De uitgever vraagt je de helft zelf erbij te leggen. Daarom ben ik een eigen uitgeverij begonnen, genaamd Trapananda, (de oorspronkelijke naam van Patagonië). We gaan binnenkort ook boeken van andere fotografen uitgeven.”
www.fabianespana.com