Alex Timmermans
Het natte collodium procedé
>
Terwijl de fotografie grotendeels is gedigitaliseerd, komt er een tegenbeweging op gang die de weg terug bewandelt. Alex Timmermans is een van die fotografen die teruggrijpt op een verloren gegane techniek uit de negentiende eeuw: het natte collodium procedé. Het is een uiterst bewerkelijke techniek. Het collodium moet op de glasplaat worden gegoten en net voordat het droog is, worden ondergedompeld in een zilvernitraat-oplossing om de lichtgevoeligheid te activeren. Daarna wordt de plaat belicht en ter plekke ontwikkeld en gefixeerd.
“Mijn generatie is analoog opgegroeid. In de digitale fotografie miste ik de uitdaging om ambachtelijk te werken. Daarom heb ik me toegelegd op het collodium procedé. In eerste instantie heb ik portretten gemaakt, maar dat doen inmiddels veel fotografen. Daarom heb ik besloten om verhalende foto’s te gaan maken. Voor mij is dat veel interessanter, omdat ik de hele scene eerst moet uitdenken alvorens ik met de shoot kan beginnen. Soms ben ik maanden bezig met een beeld in mijn hoofd.”
De verhalende, surrealistische en soms absurde beelden bevatten altijd een vleugje humor. Zo zit er op een foto een man achter een oude typemachine, waaruit allemaal foto’s rollen. Op een andere foto probeert een man met grote vleugels aangebonden te vliegen. En op een volgend beeld vist een man in een kleine plas water terwijl de vissen boven water komen en hem aankijken. Ook al hebben de Story Telling foto’s voor de kijker een vergelijkbare sfeer, voor Timmermans is er geen overkoepelend thema. “Voor mij zijn het allemaal losse beelden, die stuk voor stuk die een verhaal suggereren. Tijdens mijn recente soloshow op Paris Photo Los Angeles merkte ik dat de Amerikanen er hun eigen verhaal in legden. Bij de foto ‘To the end of nowhere’ zag een bezoeker zijn eigen immigratie naar Amerika erin terug. Het is ook mijn bedoeling dat de beschouwer bij elke foto zijn eigen verhaal kan maken.”
De techniek is een belangrijk element in het scheppen van de surrealistische sfeer. “Het collodium geeft een groot contrast en dat maakt dat de donkere partijen al gauw erg duister worden. Vervolgens heb je het effect van de Petzval lens. Meestal gebruik ik een 400mm/f4.0 Dallmeyer uit 1863 en die gebruik ik nagenoeg altijd met een open diafragma.
Je krijgt dan niet alleen een kleine scherptediepte maar ook een typisch draai-effect aan de buitenkanten van het beeld. Het is alsof de kijker het beeld wordt binnengetrokken via die draaiing. Daardoor wordt het beeld vervreemdend.”
Timmermans’ grote uitdaging is om zijn beelden in één keer goed op te nemen, want een opname inclusief ontwikkeling kost al gauw een uur. “Voor een shoot van vier opnamen van dezelfde scene ben ik bijna een hele dag bezig. Ik moet het licht inschatten want voor de gevoeligheid van de emulsie van ongeveer 0,5 ISO bestaat geen belichtingsmeter.”
De collodiumglasplaten worden met een flatbedscanner gescand en vervolgens middels een zelf ontwikkeld procedé geprint. “Ik zie mijn werk graag op groot formaat. Daarom vergroot ik ze via de digitale weg. Het effect van de collodiumopname wordt er niet minder door, maar komt juist veel meer binnen bij de kijker.”
15 juli 2015