Mariëlle van Uitert
Bendegeweld in El Salvador
>
De eerste prijs voor Buitenland Documentair Serie van de Zilveren Camera 2015 is gewonnen door Mariëlle van Uitert met haar heftige reportage Bendegeweld in El Salvador. Het Midden-Amerikaanse land El Salvador wordt al decennialang geteisterd door extreem gewelddadige moordpartijen tussen bendeleden. De twee belangrijkste bendes zijn Mara Salvatrucha en Barrio 18. Met een gemiddelde van één moord per uur is El Salvador een van de gevaarlijkste landen ter wereld.
Van Uitert heeft al veel reportages gemaakt in het Midden-Oosten en wilde vorig jaar haar blikveld een andere richting opsturen. “Ik wilde aanvankelijk naar Mexico en daar een reportage maken. Ik ben gaan praten met Teun Voeten over de mogelijkheden en ben veel gaan lezen over dat gebied. Na mijn research kwam ik tot de conclusie dat het beter was om naar El Salvador te gaan om dat daar het geweld nog veel extremer is.”
Ze liet zich niet weerhouden door de eventuele moeilijkheiden om haar verhaal te publiceren. “Ik kijk in eerste instantie nooit naar de publicatiemogelijkheden, want op den duur verkoop ik het toch wel. Ik werk altijd vanuit mijn hart. Het belangrijkst vind ik dat ik míjn verhaal vertel. Ik ben altijd op zoek naar verhalen die niet zo snel in de media verschijnen en die ik als mens belangrijk en interessant vind. Daarom is het ook vaak lastig om een journalist mee te krijgen, want journalisten willen vooraf zekerheid over de publicatie. Omdat ik naast mijn reportages commerciële fotografie beoefen, ben ik financieel niet afhankelijk van publicaties.” In dit geval ging Mariëlle van Uitert samen met documentairemaakster Loretta van der Horst, die ook de teksten schreef.
Het geweld in El Salvador is grotendeels het gevolg van drugshandel en alle criminaliteit die daar omheen zit, zoals afpersing en prostitutie. Veel van de gangs zijn ontstaan in de VS, waar ze voor veel geweld zorgden en daarom het land uitgezet zijn. Eenmaal in El Salvador breidden de bendes zich verder uit. El Salvador telt zestigduizend bendeleden en slechts één procent van alle moorden wordt opgelost. Het land kent een moordratio van eenennegentig per honderdduizend inwoners. “Er werden op een bepaalde dag zeven buschauffeurs vermoord, waardoor niemand meer met de bus durfde te gaan en de bevolking met vrachtwagens werd vervoerd,” aldus Van Uitert.
Omdat de gewelddadige moorden op zichzelf geen voldoende houvast gaven voor een verhaal zocht Van Uitert naar een gebeurtenis met een menselijk gezicht. Ze vond dat in de moord op de eenentwintigjarige Tatiana Rivera. “Wij gingen mee met de medewerkers van de forensische opsporingsdienst. We hadden al twee lijken achter in de auto liggen en waren op weg naar het volgende slachtoffer. Dat bleek een jonge vrouw te zijn. Tatiana was getuige van een andere moord en de bendeleden waren bang dat zij zou gaan praten en hebben haar toen ook vermoord. Zo gaat dat continue in El Salvador.”
Op een foto zien we Tatiana dood op de grond op straat liggen en op een andere foto zien we haar lijk in het mortuarium. Op zich was het verhaal van Tatiana te klein en daarom besloot Van Uitert ook haar familie te fotograferen. “Haar moeder was erg blij dat we deze reportage maakten, want normaal is een moord goed voor niet meer dan één regel in de krant en zij wilde dat het geweld onder de aandacht kwam. We wilden niet de dode lichamen het verhaal laten vertellen maar de omstandigheden eromheen. We zochten naar het verhaal van een familie.”
De gewelddadigheden van de bendes is een vorm van onrechtvaardigheid waarbij het niet gemakkelijk is om een bepaalde schuldige aan te wijzen, maar Van Uitert ziet dit in een wijder perspectief. “Ik wil het onrecht aan de kaak stellen, omdat het ook te maken heeft met de diepgewortelde corruptie van de regering. De lokale journalisten durven er nauwelijks over te schrijven of er foto’s van te maken. Ik zag wel journalisten die met bivakmutsen op stonden te filmen, zo bang zijn ze. Daarom halen deze verhalen nauwelijks de media. Ik vind het in eerste instantie belangrijk dat het publiek weet wat er speelt, pas dan kan er wat veranderen. Het enige dat ik kan doen is de situatie in kaart brengen, verder gaat mijn rol niet. Die beroemde foto van Kim Phuc, het meisje dat door de napalmbom werd getroffen, heeft ook een verandering in de houding ten opzichte van de Vietnamoorlog teweeggebracht. Zo zie ik mijn taak ook. Ik moet mijn foto’s maken om bekend te maken wat er in de wereld gebeurt.”
De Zilveren Camera heeft Mariëlle van Uitert veel reacties opgeleverd, uit binnen en buitenland. Aanvragen voor publicatie heeft ze nog niet gekregen. “Het verhaal is al gepubliceerd geweest in De Tijd en in het Parool en in het Britse The New Internationalist.”
Deze week is Van Uitert op de website voordekunst.nl begonnen met haar crowdfundingsactie om haar boek Waar de wolven wonen, over tien jaar oorlogsfotografie, te kunnen uitgeven. Wilfried de Jong zal het voorwoord schrijven.
Voor meer informatie: http://www.paralleluniversum.nl