Sebastião Salgado
Ode aan de aarde
Nadat hij was gestopt als econoom begon Sebastião Salgado een carrière als sociaal-documentair fotograaf. Hij maakte indringende beelden van de hongersnood in de Sahel, fotografeerde goudzoekers in Brazilië, deed het project Workers over menselijke arbeid en het project Migrations over wereldwijde migratie. Maar jaren later deed hij geheel ander project over de ongerepte nauur die onze aarde nog heeft: Genesis.
Het fotograferen van menselijke ellende werd hem te zwaar met name na een serie over de burgeroorlogen in Rwanda en Congo voor zijn project Exodus. Salgado zei er later over dat hij zoveel geweld en leed had gezien, dat hij het geloof in de toekomst van de mensheid was verloren. Ook fysiek raakte hij ontregeld. Hij werd ziek en de dokter raadde hem aan op de boerderij van zijn vader in Brazilië uit te rusten. Het landgoed dat zijn vader hem had nagelaten bleek echter net zo ziek te zijn als hij. De ontbossing had het gebied kaal en dood gemaakt. Hij richtte zich samen met zijn vrouw Lélia op de herbebossing van het kale land. Samen richtten zij het Instituto Terra op, gericht op de herbebossing van het regenwoud. Vandaaruit kwamen zij op het idee een nieuw fotoproject te beginnen dat de schoonheid en de ongereptheid van de aarde zou bezingen als waarschuwing tegen te vernietiging van onze leefwereld: Genesis.
Genesis werd een megaproject waarover hij acht jaar deed. Zijn vrouw Lélia deed het vooronderzoek en regelde de reizen die precies gepland moesten worden vanwege de klimatologische omstandigheden. Via satelliettelefoon hielden Sebastaio en Lélia contact om te overleggen of hulp te regelen, maar op de helft van de reizen ging Lélia mee. Salgado maakte in totaal tweeëndertig trips. Hij reisde per vliegtuig, boot, in een luchtballon en te voet door verafgelegen en vaak onherbergzame gebieden op alle continenten op aarde. Genesis werd door de Unesco omschreven als een oproep tot actie.
Het begin
Tijdens de persbezichtiging in het Nederlands Fotomuseum draagt Salgado als een echte fotograaf zijn camera om zijn nek en heeft hij zijn rugzak met apparatuur om, alsof hij zo weer kan vertrekken. Met de zangerige stem van een Braziliaan spreekt hij op een emotionele en betrokken manier over zijn project. “Wij, mijn vrouw Lélia en ik, hebben samen het hele verhaal van Genesis bedacht en uitgewerkt. Wij hebben in Brazilië een klein gedeelte van het oerwoud weer opnieuw beplant en vandaaruit kwamen we op het idee de planeet aarde af te reizen en te kijken wat nog ongerept en puur was. Toen wij onderzoek deden waren we erg verbaasd over het feit dat minstens 45 procent van de planeet nog ongerept is, zoals in het begin van de tijd. In acht jaar tijd heb ik tweeëndertig verhalen gemaakt, van de Noordpool tot de Zuidpool. Voor elk verhaal had ik gemiddeld twee maanden nodig om te fotograferen, en daarna één maand om de beelden uit te zoeken. Dus gemiddeld maakten we vier reportages per jaar. We hadden geen idee wat we zouden aantreffen want het was de eerste keer in mijn leven dat ik landschap en dieren zou fotograferen. Tot dan toe had ik in mijn carrière nog maar een diersoort gefotografeerd: de mens. Ik wist dus niet zeker of ik in staat was om dit thema te fotograferen. Ik wist hoe het was om voor een gezelschap van mensen te staan en foto’s te maken, maar ik wist niet hoe het was om voor een groep schildpadden of krokodillen te staan. Ik moest dus al die dingen leren. Maar uiteindelijk was het een hele bijzondere uitdaging.”
De titel Genesis moet volgens Salgado niet religieus gezien worden. “Genesis is het begin zoals de planeet was voordat de homo sapiens die ongeveer 70.000 jaar geleden begon te veranderen. Wij mensen hebben ons verspreid over de aardbol en hebben veel vernietigd. Maar 45 procent van de planeet is nog in tact. De woestijnen hebben we nog niet vernietigd; 95 procent van de woestijnen is er nog en we hebben ook nog 80 procent van het Amazonewoud. Alle gebieden die te koud of te heet zijn hebben we in tact gelaten. De titel Genesis refereert niet naar een religieuze dimensie. We geloven in geen enkele god. Maar wij gebruiken het woord zoals de bijbel het gebruikt. Genesis betekent gewoon het begin. In het Amazonewoud wonen nog honderden groepen inheemsen met wie nog geen contact is gemaakt. Wij deden dit project in de hoop dat alles wat er nog is, bewaard kan blijven voor de toekomst. Dat is nodig als we willen overleven als soort.”
Kolonie termieten
Salgado, een van de beroemdste fotografen, is een man van grote bescheidenheid. Van roem wil hij niets weten en hij spreekt ook niet graag over zichzelf als held, maar eerder als onderdeel van de grootsheid van de natuur. “Aan het eind van het hele project ontdekte ik dat de grootste reis die ik maakte niet naar de Noordpool of naar de Zuidpool was maar de reis in mijzelf. Ik ontdekte dat wij allen natuur zijn. Wij zijn één soort in het grote koninkrijk van dieren. Wij denken vaak over onszelf dat wij heel belangrijk zijn maar wij zijn net zo belangrijk als een kolonie termieten. Als wij verdwijnen, betekent dat niets voor de planeet. In het verleden zijn talloze diersoorten uitgestorven en dat heeft voor de ontwikkeling van de aarde ook geen specifieke gevolgen gehad. Toen ik dit project startte, was ik een grote pessimist. Toen ik het boek Exodus maakte, zag ik dat twintig jaar later alles nog steeds zo gebeurde. Daardoor was ik zeer teleurgesteld in de menselijke soort en wilde ik de fotografie achter me laten. We vertrokken naar Brazilië en begonnen met de herplanting van de bossen die in mijn jeugd nog bestonden. Wij hebben meer dan twee miljoen bomen en meer dan driehonderd soorten planten geplant. Zo kwamen wij op het idee om het project Genesis te beginnen.”
Zeeleguaan als neef
Genesis bestaat uit vijf onderdelen: het Zuiden, de Heiligdommen (onder andere de Galapagoseilanden, Madagaskar, Nieuw-Guinea), Afrika, De Noordelijke Ruimten, en de Amazone & Pantanal. Elk gebied heeft een eigen bijzondere plaats in het project. Salgado legt uit waarom hij voor Afrika heeft gekozen: “Op onze planeet hebben we de zogenaamde hotspots waar 65 procent van de biodiversiteit is geconcentreerd. Daar verdwijnen nu veel dier- en plantensoorten. Veel van deze hotspots bevinden zich in Afrika. Ik heb veel in Afrika gefotografeerd en daarom is Afrika een apart hoofdstuk geworden. Persoonlijk vind ik het ‘t belangrijkste continent. Daar heb ik de grootste biodiversiteit en de grootste ecosystemen gevonden. Er zijn nog steeds stammen in Afrika die op een zeer pure manier leven. Ik had het privilege om een tijdje bij de Bosjesmannen in Botswana te verblijven. In Afrika heb ik landschappen gezien die je nergens anders hebt.” De Amazone is het thuisland van Salgado en kreeg uiteraard speciale aandacht in zijn project. Later wil hij er een apart nieuw project van maken. “Over de Amazone maakte ik een hoofdstuk gedurende zes verschillende reizen. De Amazone vond ik zo belangrijk dat ik, nadat ik dit hoofdstuk af had, daar opnieuw ben gaan fotograferen. Ik wil hiervan een apart boek uitgeven dat over vier jaar verschijnt. Pantanal is het zuidelijke deel van de Amazone en is in wezen hetzelfde ecosysteem, maar het bestaat uitsluitend uit moeras en is zeer uitgestrekt. Daar zien we alle dieren die ook in het Amazonegebied voorkomen maar die je niet kunt zien in het oerwoud omdat het te dichtbegroeid is. In Pantanal verschijnen ze gewoon voor je neus.”
Alsof het gisteren gebeurd is spreekt Salgado over zijn bijzondere vriendschap met een walvis. “Wij kwamen met een boot van zeven meter dicht bij een walvis. Haar baby was groter dan onze boot. Normaal gesproken zou een moederwalvis nooit een boot zo dichtbij laten komen maar in ons geval deed ze dat wel en we werden vrienden! Op een ochtend kwam ze langszij en kon ik haar aanraken als een hond. Ach, dat was zo fantastisch! Ze had met haar lichaam onze boot kunnen laten kapseizen maar dat gebeurde nooit. We werden vrienden, dat was zo leuk! De wetenschappers die erbij waren gaven de baby de naam Sebastião. Het is een schande dat de Japanners nog steeds op walvissen jagen. Zo gaan de grootste dieren van het dierenrijk ten onder.”
Wanneer Sebastião Salgado bij de grote afdruk van de zeeleguaan op de Galápagoseilanden aankomt, legt hij de verwantschap uit die hij voelde met het prehistorische beest dat door Charles Darwin als eerste is ontdekt. “Toen ik mijn macrolens op hem richtte, zag ik een hand van de middeleeuwse ridder. En kijk naar mijn eigen hand, we hebben in wezen dezelfde structuur. Hij staat dichterbij een dinosaurus dan bij mij, maar toen ik zijn hand zag, begreep ik dat hij naaste familie was. Uiteindelijk ben ik een neef van de leguaan.”
Kodak Tri-X
Over de techniek heeft Salgado een speciaal verhaal. “De eerste helft van dit project deed ik analoog, op negatieffilm. Maar na enkele jaren werd het steeds moeilijker filmmateriaal te krijgen. Wat ook lastig werd, waren de röntgenstralen bij de controle op de luchthavens. Toen ik van Sumatra naar Parijs terugreisde, ben ik wel zeven keer langs de controle geweest. Toen ik thuis kwam bleken de films rampzalig verpest. Ook de kwaliteit van de films werd steeds minder. De zilverzouten waaruit de emulsie van de films zijn opgebouwd, zijn te duur geworden zodat de films nu minder zilver bevatten. En de digitale kwaliteit werd gaandeweg zo verbluffende goed, dat ik midden in het project, in 2008, besloot digitaal te gaan. Maar je kunt het verschil tussen digitaal een analoog in dit project helemaal niet zien, want in mijn digitale archief introduceerde ik de korrel van de film die ik heel mijn leven gebruikte, de Kodak Tri-X film. Het was geen goede negatieffilm maar een snelle film, echt een allround zwartwitfilm voor persfotografie. Toen ik digitaal ging werken vond ik het erg vlak: er is geen korrel. Ik vroeg een laboratorium in Frankrijk om de korrel van de Tri-X te digitaliseren. Die korrel hebben we in een laag over het digitale bestand gelegd. En met dat digitale bestand produceerden we weer een ander negatief, een groot 4x5 inch negatief, waarmee de afdrukken zijn gemaakt. Ik ben nu 73 jaar en ik weet niet hoe ik met een computer moet omgaan. Ik kan niet op een computer mijn foto’s bewerken. Daarom maakten mijn assistenten een contactsheet van de digitale bestanden zodat ik ze kon selecteren met een loep zoals ik mijn hele leven heb gedaan!”
Het Instituto Terra bestaat sinds 1998 en heeft in de staat Minas Gerais honderden boomsoorten herplant en 17.000 hectare bos herwonnen. Daardoor zijn er meer dan honderd vogelsoorten teruggekeerd en meer dan dertig soorten zoogdieren. Het Instituut geeft educatieve informatie over de restauratie van het regenwoud en produceert zaden van planten en bomen. Het gebied is nu een nationaal park geworden. Salgado hoopt dat hij met zijn foto’s een informatiesysteem kan opzetten om ook op andere plekken de natuur te herstellen.