David Goldblatt
Blootleggen van de waarden en normen onder de apartheid
>
Toen ik een aantal jaren geleden in Johannesburg bij het Apartheid Museum naar binnen ging, moest ik door een poortje waar de bezoekers gescheiden werden: blankes en nie blankes. Zo kreeg je fysiek het gevoel hoe het geweest moest zijn om op basis van je huidskleur gescheiden te worden. Het is nu precies 20 jaar na de afschaffing van de apartheid in Zuid Afrika in 1994, maar de gevolgen van jarenlange apartheid zijn nog steeds merkbaar, op politiek maar vooral ook op economisch gebied.
Huis Marseille heeft naar aanleiding van dit historische keerpunt een uitgebreide en zeer interessante tentoonstelling gemaakt die zowel de periode van de apartheid belicht als de jaren erna, onder de naam Apartheid & After. Met de titel wilde de initiatiefnemer van de expositie, de fotograaf David Goldblatt, duidelijk maken dat de apartheid nog lang niet over is.
Opvallend aan de tentoonstelling die alle zalen van Huis Marseille in beslag neemt, is de grote levendigheid en diversiteit van de Zuid-Afrikaanse fotografie. Er hangen foto’s van ver voor de apartheid, zoals de zachtmoedige en volstrekt apolitieke studioportretten die Hugh Exton in het begin van de vorige eeuw van zijn grotendeels zwarte clientèle maakte, tot aan de beelden van Pieter Hugo uit zijn serie Kin. Die Hugh Exton moet je als bezoeker eens goed bestuderen. Het mooie van zijn commerciële portretten is dat hij helemaal geen fotografisch concept had over zijn land. De selectie van de 24.000 glasplaten, die de salonfotograaf achter liet, tonen een zwarte burgerij die goed gekleed ging en een hoog zelfrespect had. De geportretteerden, mensen die zich tegen betaling lieten fotograferen, gingen uiteraard op hun zondags naar de studio, maar zelfs in die context stralen zij een opvallende waardigheid uit. Het portret van Maria en kind uit 1910 is daar een fantastisch voorbeeld van.
Aan de andere kant van de tijdslijn staat Pieter Hugo, de rijzende ster van Zuid-Afrika. Hugo maakte diverse opvallende series in Afrika, waarmee hij telkens een nieuwe invalshoek koos. In de serie Kin die hier getoond wordt, werkt Hugo het thema uit van de tweedeling waarin zijn land nog steeds verkeert. “Zuid-Afrika is een versnipperde, schizofrene en gewonde en problematische plaats. Het is een gewelddadige maatschappij en de littekens van het kolonialisme en apartheid zijn heel diep, ” schrijft hij over zijn werk. In Hugo’s portretten voel je de getroebleerde geest van de Zuid-Afrikaanse bevolking, blank en zwart in gelijke mate.
Heel onthullend zijn de Democratic Portraits van Paul Alberts. Hij fotografeerde zwarten in Bloemfontein die een identiteitskaart moesten aanvragen. De mensen staan op de foto met een bord waarop hun naam geschreven staat. Aan hun vaak verschrikte blikken kun je afleiden dat ze voor het eerst in de wereld van de democratie verzeild zijn geraakt.
Interessant vind ik ook de foto’s van Greame Williams, onder de titel Previously Significant Places. De fotojournalist zocht na de afschaffing van apartheid een andere fotografische vorm om zijn verhaal te vertellen en maakt sindsdien meer essayachtige werken. Hij verruilde, zoals meerdere Zuid-Afrikaanse fotografen zwart-wit voor kleur en nam meer afstand van zijn onderwerpen. Op de tentoonstelling zie je een combinatie van opnamen van belangrijke historische gebeurtenissen en recente opnamen op dezelfde plek. Je ziet dat de rust is teruggekeerd maar de mensen op de foto’s lijken nog te voelen hoe traumatisch de apartheid was.
Uiteraard is de grote man van de tentoonstelling de hoogbejaarde David Goldblatt. Hij is de nestor van de Zuid-Afrikaanse fotografie en heeft geschiedenis gemaakt met de vele boeken die hij heeft geproduceerd. Goldblatt is niet alleen de oudste en bekendste fotograaf uit Zuid-Afrika, hij is ook degene die veel heeft gedaan om de standpunten van de documentaire fotografie te verwoorden en te ontwikkelen. Zo stichtte hij de Market Place, een fotoschool in Johannesburg voor aspirant-fotografen uit arme gebieden.
Ik had voorafgaande aan de opening van de tentoonstelling een exclusief gesprek over zijn oeuvre en zijn visie op de fotografie. Over de reden van het organiseren van de tentoonstelling Apartheid & After zei Goldblatt het volgende: “Je moet niet denken dat een systeem dat overal in de maatschappij is ingeslopen ineens weg zou zijn. Er was niets in Zuid-Afrika dat niet door de apartheid was beïnvloed. Je kunt wel de wetten veranderen, maar wat eronder zit is dan niet ineens verdwenen. We hebben tenminste twee generaties nodig om dat te veranderen. Veel van de effecten van de apartheid zijn economisch. De zwarte arbeiders moeten nog steeds grote afstanden afleggen om naar hun werk te gaan en dat kost veel energie en geld. We zijn nog steeds een schizofrene maatschappij. Je ziet wel steeds meer veranderingen, je ziet kleurlingen in blanke wijken komen en die leven vredig samen, een teken van vooruitgang. Je ziet ook interraciale relaties ontstaan. Maar er is nog een grote weg te gaan.”
Goldblatt maakte, na zijn zwartwit periode veel landschappelijke opnamen op grootformaat vlakfilm, waarin hij zocht naar de tekens die met apartheid te maken hebben. “Van 2001 tot 2012 heb ik door het land gereden op zoek naar kleine elementen in het landschap die iets over onze geschiedenis vertelden. Het landschap zie ik als een getuige. Ik gebruik het landschap als teken, het vertelt een verhaal. De gedenktekens en de borden die je langs de weg en in steden ziet beïnvloeden ons gezamenlijke geheugen, en daarom zijn ze belangrijk om vast te leggen. De geschiedenis bepaalt hoe ons land eruit ziet en omgekeerd heeft het land heeft invloed op onszelf. Deze interactie vind ik interessant. Met natuur als zodanig hebben mijn foto’s niets te maken, ik ben geen natuurfotograaf.”
David Goldblatt is op zijn oude dag nog steeds niet te stuiten. Hij is momenteel bezig met een serie over post-apartheid structuren, zoals hij het noemt. Goldblatt: “Nu rijd ik in mijn camper, die ik speciaal heb omgebouwd om er in te kunnen werken, het land door. Ik zoek nu gedenktekens waarin de strijd tegen apartheid wordt bewaard. Ik ga naar special plekken waar die tekens zijn, en gebruik ze als symbolen in mijn landschapsfotografie.”
Ik vroeg wat Goldblatt, die zich zijn hele leven heeft beziggehouden met de apartheid, in essentie wil laten zien in zijn werk. “Ik ben niet zozeer geïnteresseerd in de apartheid zelf maar in de waarden en normen die eronder liggen. Die wil ik blootleggen. En die waarden vind je in wezen bij de hele mensheid. Overal kun je een onderliggend racisme vinden. Veel mensen voelen blijkbaar een noodzaak om hun superioriteit uit te drukken, en tegelijkertijd de minderwaardigheid van de ander. Het gaat over macht. Het onderliggende idee van apartheid was gerelateerd aan de protestantisme van de Afrikaner. Het was tegen hun geloof om te discrimineren maar ze vonden een systeem om een schoon geweten te houden. Daarom scheidden ze het land in delen voor zwarten en delen voor blanken maar uiteraard kregen de blanken veel meer land dan de zwarten. Het grootste gedeelte, 87% van het land, ging naar de blanken, die maar 15% van de bevolking uitmaakte. Dit was een christelijke oplossing. Apartheid is ook een zaak van angst. De blanken waren bang voor de zwarten. Je moet bedenken dat de blanken mooie huizen hadden en er vele zwarten in hutjes erom heen woonden. Tegenwoordig wordt het een zaak van klasse en niet van ras. Ook nu heb je vele zwarten die rijk zijn. In Soweto en in de blanke buitenwijken bij Johannesburg ontstaat een zwarte middenklasse.”
2014-03-18