Deasung Lee

Ghomara

>

De in Parijs woonachtige Koreaanse fotograaf Daesung Lee verbleef enkele maanden op een piepklein eilandje in de monding van de Ganges en maakte daar bijzondere opnamen van de bewoners aan de oevers van hun slinkende stukje land. Tweederde van de vijfduizend bewoners van Ghomara is al vertrokken. Lee publiceerde de serie in Le Monde en op de website van CNN, en won met de serie de eerste prijs van de Portrait Award 2015, uitgeloofd door de invloedrijke website Lens Culture. We spraken met de jonge fotograaf in zijn domicilie.

“Ik heb me gespecialiseerd in onderwerpen die te maken hebben met globalisering. Vanuit dat thema heb ik eerder een reportage gemaakt over Jharia, een kleine plaats in India waar steenkool wordt gedolven. Het is zwaar handwerk waar de werkers, inclusief veel kinderen, weinig geld voor krijgen. De steenkool is nodig voor de grote industrieën die ontstaan zijn door de globalisering en de toename van de consumptie. Vanuit dat onderwerp ben ik verder gaan zoeken naar andere gevolgen van de globalisering en zo kwam ik uit bij de stijging van het zeewater als gevolg van de opwarming. Via websites en kranten heb ik gezocht naar een plek waar dit het beste zichtbaar is, maar ik wilde niet naar gebieden die al bekend zijn van andere reportages. Ik las over de eilandjes in de Gangesdelta in West Bengalen in de buurt van Calcutta, en vond uiteindelijk Ghomara.”
Het eiland meet slechts drie bij drie kilometer maar was oorspronkelijk vier keer zo groot. Sinds de jaren zestig verschrompelt het eiland, niet alleen door het wassende zeewater maar ook door de sterke stroming van de Ganges, veroorzaakt door de ontbossing van de Himalaya. “Tweederde van de bewoners is al geëvacueerd door de regering. Ze krijgen vrijwel geen compensatie om een nieuw leven te beginnen. Daarom willen de bewoners zo lang mogelijk op het eiland blijven. De mensen die er nog wonen, hebben dus al decennialang hun eiland kleiner zien worden en zijn er min of meer aan gewend. Men verwacht dat over dertig jaar het hele eiland is verdwenen. Dat is op zich tragisch omdat de bewoners nu geheel selfsupporting zijn. Alles wat ze eten verbouwen ze zelf. Ze koken met koeienstront als brandstof en hun huizen zijn van leem. Dit soort leven gaat hiermee verdwijnen.”
Lee vertrok naar het moeilijk te bereiken eiland en bleef er twee maanden. Omdat er geen elektriciteit is, moest hij om de twee dagen naar het vasteland - een uur varen in een gammel bootje - om er in een hotel zijn apparatuur op te laden en de foto’s op zijn laptop te zetten. “Ik blijf graag een lange tijd op één plek om een band op te bouwen met de bevolking. Je kunt dit soort werk niet in een weekje doen. De bevolking moest eerst begrijpen wat ik deed en waarom. Vrijwel niemand sprak Engels zodat ik met gebarentaal duidelijk maakte wat ik deed. Elke ochtend gaan zij naar de kust om te kijken of er vis in hun netten zit, of om de dieren te voeden. Zo kwam ik ze dagelijks tegen. Na een tijdje kenden ze me goed en had ik hun vertrouwen gewonnen. Ze vonden het erg leuk om aan mijn project mee te doen en wilden graag poseren, maar of ze het precies begrepen weet ik niet. Ik liet hen wel iedere keer de foto’s achterop de display van mijn camera zien.”
Ik vroeg waarom Lee van de reportagestijl die hij bij zijn serie over Jharia toepaste, is overgegaan op geënsceneerde foto’s. “Ik heb mijn opleiding gedaan in Korea. Daar werden we grootgebracht in de reportagefotografie. Toen ik naar het Westen kwam, zag ik vele andere vormen van documentaire fotografie waarmee ik mij veel beter kan profileren. Daarom heb ik nu portretten gemaakt. Het zijn niet alleen portretten maar ook landschappen. Door beide genres te verenigen, kan ik het verhaal goed vertellen. Ik heb gezocht naar de taal van de schoonheid om daarmee de tragiek goed uit te laten komen. Voor mij is deze vorm symbolisch: je kunt direct zien wat er aan de hand is, het verhaal speelt zich op de foto af. Het is een tragische of zo je wil ironische schoonheid: eerst vind je het mooi en daarna zie je het verhaal. Ik vind het wel noodzakelijk dat kijkers de teksten bij mijn series lezen want anders ontgaat hen de essentie. De context van de foto’s is zeer belangrijk. Het gaat natuurlijk niet om een mooi plaatje.”
Het licht en de kleuren op alle foto’s hebben een klassiek-analoge uitstraling, alsof de foto’s met een 4x5 inch camera zijn genomen. De verzadiging van de kleuren is laag en er zijn geen grote contrasten. Lee heeft dat bewust gedaan om een serene sfeer te scheppen. “Ik werk met een Nikon, dus een digitale kleinbeeldcamera, maar ik heb alleen foto’s gemaakt in de vroege ochtend van vier tot acht uur en in de avond na zes uur. Zo kreeg ik die zachte kleuren en contrasten. Op die manier kon ik de ironische schoonheid vergroten, terwijl het natuurlijk gaat om een triest verhaal.”
Lee’s concept, waarbij hij eilandbewoners op een kluitje aarde wilde laten staan, betekende dat ze soms lang moesten wachten voordat de foto genomen werd. Ze moesten eerst door het lage water naar de plek lopen en daarna soms een uur wachten tot het hoog water werd. “Ze vonden het niet erg om te wachten, maar voor mij betekende dit ook dat ik er lang over heb gedaan om de serie te voltooien. Mede vanwege het licht kon ik per dag maar een paar foto’s nemen.”

www.indiphoto.net