On the Inside
about the hidden feelings of the mind
ELISE
Soms durf ik mijn kamer niet uit. Bang dat er ik niet weet wat gaat gebeuren en voor wat mensen zullen denken. De metro nemen geeft me angst. Op straat lopen geeft me angst. Ik stel me voor dat anderen over me oordelen. Ik ben bang grip te verliezen op de dingen om me heen, dat ik me niet kan voorbereiden op onverwachte situaties. Het moeilijkste is dat ik niet weet wat er kan gebeuren als ik op straat ben. Ik stel me dan scenario’s voor die ik niet in de hand heb. Dan ga ik alle mogelijke reacties van mensen verzinnen waar ik dan geen raad mee weet. Als gevolg daarvan heb ik de neiging me af te sluiten en thuis te blijven. Dat resulteert in grote stress.
De psycholoog heeft een rijtje diagnoses gesteld: dysthymie, depressie, agorafobie en een lage zelfwaardering. Ik heb dit al vanaf mijn jeugd. Ik lijd in wezen aan depressie, een constante somberheid. Ik blijf bijvoorbeeld liever thuis dan dat ik naar een leuk concert ga. Ik kan me niet voorstellen dat het leuk zou zijn. Uitgaan is voor mij eng en dat vermijd ik liever. Maar thuis ben ik weer bang dat ik iets nuttigs moet doen. Ik verzin argumenten om te geloven dat alles wat ik doe niet goed genoeg is. Een compliment geloof ik slechts heel even.
In eerdere behandelingen, toen ik ongeveer dertien jaar was, moest ik mijn gedachten analyseren en die proberen te veranderen. Maar de therapie was te veel gericht op één gebeurtenis, niet op de achterliggende problemen. Mijn vader werd ontslagen door alcoholproblemen, er was weinig geld. Die situatie maakte me angstig, het was thuis niet veilig. Mijn vader rookte ook stiekem, dat brak mijn vertrouwen in hem. Ik werd stil en gesloten en ging me steeds meer afsluiten. Ik had geen doel meer, haalde mezelf naar beneden. Ik dacht dat ik voor niemand ooit goed genoeg kon zijn. Destijds ging ik vaak naar een vriendin in een keurig gezin waar alles perfect moest zijn. Daar moest je altijd heel blij doen. Het botste met mijn realiteit.
Voor mij is depressie een constante ruis van negatieve gedachten over mezelf: alles is moeilijk, niets gaat goed en dat gaat het ook nooit zijn. Ik heb geen beeld van de toekomst, geen hoop en geen idee wat helpt.
Ik ben in therapie, maar ze rommelen maar wat aan. Er is zoveel aan de hand, zeggen ze. Hoe ze het moeten oplossen, weten ze niet. Ze proberen één angst eruit te halen en die te analyseren en daarna zoeken ze naar een samenhang. Maar zo behandelen ze meer de symptomen dan de oorzaak.
Ik probeer me bewust te zijn van mijn gedachten en wil ze veranderen. Ik ben een perfectionist en stel hoge eisen aan de wereld en aan mezelf. Mijn eigen therapie is proberen positief te zijn voor anderen want dat geeft ook reden om positief te zijn voor mezelf.