Yann Mingard

DEPOSIT

>

Op een foto zien we een donkere zaal met een beeldscherm en een paar stoelen. Een andere foto toont een donkere gang, uitgehouwen uit ijs; op de volgende een stalen deur. Dan weer een provisorische vrieskast, of een petrischaaltje met een onbeduidende substantie. Het lijken onsamenhangende beelden, omdat het onderwerp dat alle foto’s van het project Deposit met elkaar gemeen hebben geheel onzichtbaar blijft.

De Zwitserse fotograaf Yann Mingard werkte vier jaar aan zijn boek Deposit, van 2009 tot 2013, en legde in die tijd talloze locaties in Europa vast waar verschillende vormen van onze erfenis bewaard worden. De fascinatie voor de verzameldrift van onze aardse nalatenschap begon bij Mingard, die is opgeleid als botanicus, bij de Svalbard Global Seed Vault op Spitsbergen, een grote opslagplaats voor alle plantenzaden in Spitsbergen. Hij maakte van deze uiterst koele plek een serie foto’s voor Le Monde. Hierna besloot hij verder te gaan. Nadat hij eerst een uitgebreide studie had gedaan over de manieren waarop zaden, DNA, stamcellen, kiezen, sperma en computerdata worden bewaard, deelde hij zijn project op in vier delen: planten, dieren, mensen en data.
“Ik heb geprobeerd om van elk onderdeel de meeste archetypische opslagplaatsen te fotografen in een sobere, documentaire stijl en daarbij in korte droge bijschriften de nodige informatie te geven. Het moest een verslag worden op dezelfde manier als de opgeslagen gegevens.”
De foto’s zijn op de meeste uiteenlopende locaties geschoten: in Noorwegen, Rusland, België, Frankrijk, Engeland, Denemarken, Zweden, IJsland, en vooral veel in Mingards thuisbasis Zwitserland. De keuze voor Zwitserland kwam niet uit de lucht vallen. Behalve het bankgeheim heeft Zwitserland ook een goede reputatie in het geheim houden van computerdata van grote bedrijven en regeringen. “Het was daarom niet gemakkelijk om binnen te komen in de oude oorlogsbunkers waar deze geheime plaatsen zijn. Ik mocht soms maar heel kort fotograferen. De bewakers waren bang dat er een logo’s van bedrijven in beeld zouden komen. Alles moest zeer discreet in beeld gebracht worden.” Mingard maakte in Plan-les-Ouates vlakbij Geneve de foto van Safehost. “Daar kunnen in geval van verlies van data de bedrijven geheel opnieuw opgestart worden. Er is een complete werkplek ingericht waar honderden mensen kunnen werken.” In Zwitserland zijn veel bunkers met dataopslagplaatsen. Op een foto zien we de ingang van Berg10, bekend als ‘de Zwitserse Fort Knox’, Saanen-Gstaad. Het complex werd door het Zwitserse leger in 1946 gebouwd en werd in 1993 in gebruik genomen als datacenter. Multinationals, banken en regeringen van Aziatische landen bewaren hier hun geheime gegevens.
Ook in Stockholm in de Bahnhof ‘Pionen’, een in de rotsen uitgehakte bewaarplaats, waar een geheim computercentrum is ingericht, mocht hij maar kort werken. “Ik kreeg slechts een uur en kon daarin niet meer dan vijf foto’s maken, maar dat was voor mijn project precies genoeg.”
Soms zie je op foto’s alleen maar gesloten deuren. Deels kwam dat omdat de toegang absoluut verboden was, maar soms besloot Mingard juist die deuren te fotograferen. “De deuren zijn voor mij metaforische objecten. Ze geven aan dat de bewaarplaatsen geheim zijn en dat niemand er bij kan komen. De deuren zijn symbolen voor de angst die de mens heeft om zijn erfgoed te verliezen.”
Aan de andere kant bleek het weer verrassend eenvoudig om foto’s van de servers van Wikileaks, die ook ondergebracht zijn in de Bahnhof ‘Pionen’ in Stockholm te maken. “Ik had in een artikel in een tijdschrift gelezen dat de eigenaar van de serverruimte waar de Wikileaks werden bewaard, heel trots was. Ik besloot hem meteen aan te schrijven en ik kreeg direct volledige toegang. En ik kon alle tijd nemen om te fotograferen. Maar uiteindelijk is de foto die ik heb gebruikt maar een klein onderdeel van de rijen servers. Het laat ook zien dat er in wezen niet veel van te zien is.”
Een hele bizarre foto staat in het hoofdstuk Humans, is genomen in Alabushevo, in de buurt van Moskou. We zien op een volstrekt onwetenschappelijke en rommelige zolder een groot vat staan. Hierin worden overleden mensen bewaard of alleen hun hersenen. De droge bijschrijving vertelt dat er aan een vat wordt gewerkt dat doorzichtig is zodat de nabestaanden het lijk kunnen bekijken als ze er zin in hebben. Dat de Russen een lange traditie in het opbaren van lijken hebben, illustreert het mausoleum van Lenin. Mingard maakte ook daarvan een foto. “Ik heb Lenin zelf niet gefotografeerd. Ik vond dat niet zinvol want iedereen kent het inmiddels. Ik vond het interessanter om de ruimte te fotograferen. Het mausoleum is symbolisch voor het verlangen naar onsterfelijkheid van de mens. De Russen hebben zijn hersenen in kleine plakjes gesneden om het genie van Lenin te kunnen analyseren. Zij zouden hun communistische leiders nog wel een keer willen laten herleven.”
De zoektocht naar de wetenschappelijke en soms irrationele manieren om het menselijk bestaan veilig te stellen, ziet Mingard als een symptoom van de Europese crisis. “Ik ben opgegroeid als fotojournalist en heb me dus altijd beziggehouden met het nieuws. Ik lees veel en zo houd ik voeling met de Zeitgeist. En die wil ik in mijn fotografie tot uiting brengen.
We hebben de economische crisis gehad en we leven nog steeds met de bedreiging van de economische grootmachten als China en Brazilië. Europa voelt zich verzwakt en ik zie die bewaardrift als een angst om het leven te verliezen. Vroeger was Europa het continent dat de wereld koloniseerde. Nu bewaart Europa het erfgoed van het leven, om bij wijze van spreken zo naar Mars te kunnen vertrekken.” Mingard ziet in het bewaarinstinct van de Europese mens ook een verwijzing naar de christelijke traditie. “Het is opvallend hoeveel bijnamen van de locaties Bijbelse verwijzingen hebben. Zo heet de locatie op Spitsbergen de Ark van Noach. Ander plekken heten de Tuin van Eden.”
Mingard wil niet alleen foto’s maken, hij wil vooral een discussie initiëren. Door te laten zien hoe wij angstvallig bezig zijn met het bewaren van onze biologische en economische nalatenschap wil hij de vraag stellen waar deze angst vandaan komt en hoe wij hier zelf naar kunnen kijken. Daarom is fotografie voor hem een breed inzetbar instrument. “Voor mij is de documentaire en autonome fotografie eigenlijk hetzelfde. Ik ben geen activist of een sociaal fotograaf. Het ouderwetse type Magnum-fotograaf is niet meer van deze tijd. Ik sta neutraal ten opzichte van mijn onderwerp. Maar fotografie is ook niet het smalle pad van de kunst. Ik gebruik de fotografie als een gereedschap om mijn statement te maken. Daarom vind ik de verbinding met teksten ook heel belangrijk. En zelfs de verbinding met muziek. Bij mijn tentoonstelling wordt speciale bijpassende muziek gespeeld.”

Deposit, Yann Mingard, uitgeverij Steidl.
http://yannmingard.ch
muziek door Ben Frost: http://ethermachines.com/deposit
Exposities in Fotomuseum Winterthur, Museum Folkwang, FotoMuseum Antwerpen, GwinZegal, en in galerie East Wing, Dubai