Eddo Hartmann
Het decor van de heilstaat
>
Voor zijn boek Setting the Stage reisde Eddo Hartmann gedurende een periode van vier jaar naar het geïsoleerde en streng georkestreerde Noord-Korea, zo’n beetje nog de enige communistische, centraal geleide dictatuur ter wereld. Sinds de regelmatige raketoefeningen met in de toekomst mogelijk kernkoppen aan boord lijkt Noord-Korea een potentieel dreigement geworden voor de wereldvrede. De nieuwsgierigheid naar de achtergronden van dit gesloten land, waar fotografen alleen maar kunnen werken onder zware begeleiding, wordt daarom alleen maar groter. Inmiddels zijn er al veel fotografen teruggekomen met beeldmateriaal van Noord-Korea. Hartmann onderscheidt zijn aanpak door een architecturale aanpak. “Er zijn al veel foto’s gemaakt in een sterk reportage stijl dicht op de mensen. Die foto’s zeggen wellicht veel over de leefomstandigheden maar niet zozeer over het systeem. In deze tijd is er veel meer behoefte aan duiding. Ik heb daarom besloten om me meer te richten op de publieke ruimte, en in hoe mensen zich daarin bewegen.”
Hartmann is bekend van zijn eerdere project Hier woont mijn huis, over het verlaten ouderlijk huis van de familie, waarvan een boek in 2012 verscheen. Na dit persoonlijke project had hij behoefte aan iets nieuws, zowel qua onderwerp als qua afstand tot zijn persoonlijke leven. “In mijn hoofd borrelen altijd vele ideeën. In 2013 kwam het verhaal van Noord-Korea omhoog. Ik zag een documentaire over het bezoek van het New York Philharmonic aan Pyongyang. Ik was gefascineerd door de beelden van de verlaten en mistige stad.” Hij ging zich inlezen in de materie om een bepaalde insteek te zoeken. “Ik had al veel reportageachtige foto’s gezien, en daarom vond ik dat ik het op een andere manier moest uitvoeren. Tijdens mijn onderzoek kwam ik er bijvoorbeeld achter dat Pyongyang gebouwd was om een concept heen. Na de Koreaanse oorlog in de jaren vijftig is het hele land met de grond gelijk gemaakt. De communistische machtshebbers hadden daarna een wit canvas om hun utopische hoofdstad te bouwen. Ze hebben daarvoor gekeken naar Moskou. Je kunt bijvoorbeeld goed zien dat ze geprobeerd hebben om de metro van Moskou na te bouwen. Ze konden de utopische hoofdstad voor de gemiddelde Koreaan bouwen. Ik heb me gericht op de vormgeving van die stad om daarmee iets van het regime bloot te leggen.”
Om op eigen houtje het land binnenkomen is niet eenvoudig en daarom zocht Hartmann contact met ervaren documentaire makers die al vaker in Noord-Korea hadden gewerkt.
“Ik heb een aantal van hen opgezocht in Beijing en samenwerking gevraagd. Ik heb hen uitgelegd dat ik aan de hand van de openbare ruimte een project wilde maken en zo het verhaal erachter wilde ontrafelen. Dat vonden ze een interessante invalshoek. Na die sessie met hen heb ik besloten vier keer te gaan zodat ik na elk jaar terug kon gaan om iets van de verandering in het land mee te krijgen. De laatste keer was afgelopen zomer. Gemiddeld ben ik er met elke reis tien dagen geweest.”
Het duurde anderhalf jaar voordat Eddo kon gaan fotografen. In 2014 was zijn eerst reis. “Toen ik voor het eerst na de research Pyongyang binnenkwam was ik overdonderd door het enorme contrast met Zuid-Korea en China. Dit was totaal anders. Het voelde als een reis door de tijd, alsof ik naar de jaren vijftig terug was geschoten. De mensen zagen er heel anders uit dan in andere landen. Er is geen reclame op straat, maar er is wel de Noord-Koreaanse propaganda. Wat je niet kunt zien op mijn foto’s is de continue soundscape.
Er is continu marsmuziek te horen en regelmatig ook berichten van de partij. Je hoort dan de stem van de nieuwslezeres die op een commanderende toon teksten over straat schalmt. De foto’s uit het boek voelen verstild aan maar je moet je voorstellen dat het geluid behoorlijk intens is. Daar kon ik niet aan wennen. De gidsen zeiden me dat je het na een tijdje niet meer hoort.”
Veel foto’s uit het boek tonen een kale, lege stad met groteske bouwwerken en reusachtige billboards met overdadig propagandamateriaal. Reclame bestaat niet in Noord-Korea.
De foto’s komen surrealistisch over, alsof ze uit een vreemd fantasieland komen. Op een aantal foto’s zie je ook mensen, maar altijd opgenomen in het decor van de lege stad. Welke discussie wil Eddo Hartmann losweken met deze beelden van het decor van de zelf geproclameerde klasseloze heilstaat? “Wat ik met mijn beelden wil losmaken is dat je vraagtekens kunt stellen bij Noord-Korea maar misschien ook bij onze eigen Westerse cultuur. Ik heb me gericht op de publieke ruimte. Ik ben eerst begonnen om de architectuur te fotografen. Later ben ik ook gaan zoeken naar het individu. Het Noord-Koreaans communistische systeem gaat over het collectief en niet over het individu. Alles doet men groepsgewijs. Het individu kun je in Pyongyang niet gemakkelijk vinden. Ik vond daarom dat foto’s van alleen architectuur het project heel afstandelijk zou maken. Ik wilde de beschouwer betrekken in de locatie die ik in beeld bracht en dat kon ik alleen maar doen door er iemand in de fotograferen. Dus ik ben op zoek gegaan naar plekken waar ik het individu kon vinden binnen grootste omgevingen, waar zou blijken dat de porporties uit evenwicht zijn. De stad is namelijk deels gemaakt voor grote parades, maar vaak zijn die er natuurlijk niet. Ik wil de kijker geen mening opdringen maar hem een kans te geven om zich zelf op die plek te wanen. Hoe zou het zijn om daar te staan? Sommige mensen vinden het ook erg aanlokkelijk om zo’n lege schone stad te zien zonder reclame of ander visuele vervuiling. Maar misschien voelt het toch wel een beetje te eenzaam. De geluiden op de achtergrond zou het geheel wel afronden, omdat je dan beter een beeld van het geheel kunt vormen.”
Het moet niet gemakkelijk geweest zijn om in een streng geregisseerd land als Noord-Korea te werken. De fotografie moet geheel gemaakt worden met gidsen om je heen. “Bij mijn eerste reis werd mij goed duidelijk gemaakt wat de regels waren. Je mag de leiders op geen enkele manier belachelijk maken. Je moet respectvol zijn voor hun afbeeldingen. Je bent ten alle tijden verplicht om tijdens het fotograferen te tonen wat er op het display te zien is. Je moet bedenken dat het, naast een communistisch maatschappij, ook een Aziatische cultuur is. De leiders hebben een bovenmenselijke status. Ik was bijvoorbeeld ‘s avonds laat op een plein, waar oude trolleybussen stonden. Op het moment dat ik mijn statief had neergezet en mijn foto’s wilde maken kwam er iemand uit het donker toegerend. Hij vertelde dat ik van uit dat standpunt de foto niet kon nemen omdat de bovenleidingen van de trolleybus dwars door de beelden van de leider zou lopen. Mijn gidsen waren daar zelfs over geschrokken want zij hadden dat niet gezien.”
Op een foto zien we een groot bilboard met een heroïsche afbeelding van burgers en militairen tegen een knalrode decor, op een zware betonnen paal langs een verlaten weg, met de mistige stad op de achtergrond. “Wat vrij snel opvalt is dat de billboards er theatraal uitzien. Er wordt gebruik gemaakt van het sociaal realisme. Kunst om de kunst bestaat niet. Alle visuele uitingen moeten ten dienste staan van het revolutionaire gedachtengoed. Alle posters hebben de stijl die doet denken aan de Sovjetpropaganda uit de jaren vijftig. Maar het utopisch karakter van de posters heeft geen enkele connectie met de realiteit.”
De techniek staat in dienst van de vorm en de werkwijze die horen bij dit project. “Al het werk heb ik gemaakt op een technische, digitale middenformaat camera. De voornaamste reden hiervoor is dat het je langzamer maakt. Ik werk op statief en dat ‘versloomt’, zodat je meer tijd krijgt om beslissingen te nemen en dat is weer van invloed op hoe beeld eruit ziet. In de grote bestanden komen er details naar voren die je van te voren niet eens had gezien. Toen ik bij het afdrukken voor de tentoonstelling aanwezig was, ontdekte ik op de prints dat er iemand vanaf een dak naar me stond te kijken. Door de onthoeking van de beelden schep ik rust in het beeld. Vallende lijnen maken het beeld onrustig. Ik probeer altijd gebruik te maken van een eenvoudige visuele grammatica om mijn boodschap helder te vertellen.”
Boek: Setting the Stage/North Korea, 120 p, 27x35cm, Hannibal Publishing.
Website: http://settingthestage.nl